U kent ze wel, de gekleurde kartonschriftjes met plastic ringen die uitneembare bladen samenhouden. Lange tijd behoorde Atoma tot het verplichte arsenaal van elke leerling. Maar hoe overleeft dit Belgische papiericoon de opkomst van tablets en werkboeken op school?
Het zijn drukke tijden voor Pierre Michel en Chantal Vancanneyt, broer en zus van de derde generatie van het familiebedrijf rond Atoma. Met de start van het schooljaar moet zowat het gros van de jaaromzet de deur uit. Die bedroeg vorig jaar 3 miljoen euro omzet, 3 procent meer dan het jaar ervoor.
Niet dat alle schriften naar leerlingen gaan die maandag schoolwaarts keren. 20 procent van de 1,2 miljoen schriften die in Dilbeek elk jaar van de band rollen, gaat naar het buitenland. En daar zijn de schriftjes niet bekend als schoolmateriaal, maar als luxecadeauproduct: dagboeken, schetsschriften, poëziealbums. Chantal Decanneyt toont een stijlvol exemplaar met aluminium ringen en vilten kaft. ‘In Duitsland verkopen we de luxeversies of hippe varianten. Daar hopen we de omgekeerde beweging te maken: van cadeau- naar schoolartikel. Ook in Japan, Roemenië en Scandinavië loopt het goed.’
‘Atoma, the original Belgian notebook since 1948’ staat in de vergaderruimte in het moderne gebouw in Dilbeek op een muur. Nochtans zag het familiebedrijf al in 1923 het levenslicht in de Brusselse gemeente Vorst. Papeterie Mottart, naar de grootvader van Chantal en Pierre Michel, langs moederszijde, was een groothandel in papierwaren – kasregisters, tekenblokken, enveloppen, geniete schriften. Tot hij op een dag het idee had om twee Franse uitvinders, André Tomas en André Martin, te vragen om een nieuw schrift met uitneembare bladen te ontwerpen. Na enkele maanden kwamen zij aandraven met het intussen bekende schrift, dat gedoopt werd naar hun initialen. Het Atoma-schrift was een instant succes en werd met de jaren zelfs verplicht lesmateriaal in Belgische scholen.
Maar 50 jaar na de uitvinding, eind jaren 80, verviel het patent. ‘Ik denk dat onze ouders een beetje naïef waren’, vertelt Chantal. ‘Ze hebben nooit geïnvesteerd in vernieuwing en gingen ervan uit dat de verkoop vanzelf zou blijven lopen. Toen al snel na het vervallen van het patent doken copy cats op en viel de verkoop terug. Gelukkig hebben we altijd vastgehouden aan de degelijkheid. Daarin hebben we ons altijd kunnen onderscheiden en kunnen we ook nog steeds redelijk goede marges nemen op onze producten.’
Hoeveel die is willen de Decanneyts niet aan de grote klok hangen. al komt de grote marge niet meer in de eerste plaats van de klassieke A5- en A4-schriftjes. ‘Die worden immers voor 95 procent via de supermarkten verkocht, en daar hebben we de voorbije jaren zware druk gevoeld. De grote groei zit ook niet meer daar’, zegt Pierre Michel. Onder het bewind van broer en zus van de derde generatie kwamen er varianten bij op de klassieker. Het kartonnen kaftje werd plastic. Er kwamen presentatiealbums, brochures en inbindsystemen, fotoboeken, receptenboeken. ‘Een van de grootste troeven van Atoma blijft de uitneembaarheid van de bladen. En dus de mogelijkheid om meer duurzame drukwerkjes, zoals menu’s of prijslijsten blad per blad te updaten. Daartoe hebben we ook ook de Atoma-perforator ontwikkeld.’
Voor de jonge ondernemers is het nu vooral een zaak van de kosten onder controle te houden. Zo is het aantal medewerkers in de 90-jarige geschiedenis teruggevallen van 65 naar 14. ‘We willen echt wel hier blijven produceren. Maar dat vergt een doorgedreven automatisatie.’